What is your diversity type: A or B?
Nederlandse versie onderin
As chairman of KPMG Pride I wrote a number of blogs about LGBTQ diversity and inclusion which were posted on the intranet. This article first appeared in June 2018 to challenge readers about their position on diversity within the corporate environment with thought-provoking questions
What does a diverse organisation look like to you? Is it the organisation that you come to work to every day? Or maybe different: a true reflection of society - at all job levels? I’m referring to people of non-Dutch background, disabled people, women, people of lesbian, gay, bisexual, transgender or other orientation. In a diverse organisation all these people have a logical place, a chance to be taken seriously and to grow. Without challenging the status quo. In a really diverse organisation these people have role models against whom they can mirror themselves and who foster their confidence in their own professional abilities and their career potential. That potential is not separate from who they are, where they come from, what they look like or who they love. It is, in fact, linked to these aspects of their proper identity.
Case: not too long ago I joined an amateur theatre group where I quickly noticed that I was the only non-white person. Not surprising really, as I am used to being one of very few people of color when visiting the theatre. But on this first day one lady came up to me, beaming. “Why, what a diverse group we are!” she exclaimed. “This one teaches, that one provides health care, another one works in aviation, and yet another has an office job. Diverse, right?” “Uh, yeah... I guess.” I was taken aback, thinking I could give her ten reasons why this group, with its shared love of the theatre, was actually not diverse. Skin tone to begin with. But I kept quiet and learned something important that day: everyone regards diversity differently!
Two types of diversity can be distinguished: meet colleagues A and B, both working in a team with someone who is ‘different’. Colleague A regards himself as diverse, tolerant in proper Dutch form. He finds though: “please keep it private, I don’t need to see it”. Colleague B however is intrigued by differences between himself and others, as he examines them, also within himself. Out of interest he asks sincere questions, such as “what was it like coming out to your family? What was it like coming out here at work?” B indulges in how his counterpart’s background enriches their discussions. Would colleague A even recognise the chance to learn from differences? What type are you? Perhaps you’re a recruiter: have you proposed a candidate who, professional yet colourful, would be an inspired and creative asset to any team? Perhaps you’re a partner in Audit: have you discussed Islamic and Western accounting principles with a hijab wearing colleague? Did you gain surprising insights? Perhaps you yourself wear a hijab: have you worked together with a gay team member on an innovative plan for a client? Your differences are OK. For the variety within our organisational culture your differences are actually great! Ask Darwin.
To illustrate how one’s LGBTQ orientation might actually contribute, I offer my own experience. Many years ago, soon after starting as a junior advisor at KPMG I asked my unit manager: “why hire me?” Mind you, despite my study I ‘merely’ had twelve years work experience as a flight attendant. And up to that moment I’d only heard recruiters repeat in monotone: lack of relevant work experience. “You are keen at presenting yourself and you’re service oriented” said my manager. What an unexpected nice boost, huh? Eleven years later I’ve learned a lot more about my professional qualities, including this: in my creative thought process I unapologetically strive towards solutions, not only conceptually and technically elegant, but also aesthetically pleasing. With flair if you must! Is this because of me being gay? Who’s to say. What I do know is that these qualities are inseparably tied to my identity, and that includes my sexual identity. How would I be able to grow professionally and offer my talent in a please-be-yourself-at-home-not-here environment? What your colleague has to offer in the workplace is not only what was learned at school. No, far more than that, how he or she was shaped by his or her unique personality, experiences and background. And the organisation, you and your team can benefit, because variety is great! So... what type of diversity do you cultivate at your workplace?
Ben jij divers type A of B?
Als voorzitter van KPMG Pride blogde ik over LGBTQ-diversiteit en inclusiviteit. Deze blogpost verscheen in juni 2018 voor het eerst op het KPMG intranet om de lezer met gewetensvolle vragen te confronteren met de eigen opvattingen over diversiteit in de werkomgeving
Hoe ziet een diverse organisatie er voor jou uit? Is het de organisatie waar je nu elke dag komt werken? Of toch anders: een echte afspiegeling van de samenleving - in alle functielagen? Ik heb het dus over mensen met een niet-Nederlandse achtergrond, mindervalide mensen, vrouwen en mensen met gay, lesbische, biseksuele of transgender of andersoortige geaardheid. In een diverse organisatie hebben al deze mensen een logische plek en kans om voor vol gezien te worden en om zich te ontwikkelen. Zonder dat dit een bedreiging hoeft te zijn voor de status quo. In een echt diverse organisatie hebben deze mensen rolmodellen aan wie ze zich kunnen afspiegelen en die hun vertrouwen geven in hun eigen professionele kwaliteiten en groeimogelijkheden. Die ontwikkelpotentie staat niet los van wie ze zijn, waar ze vandaan komen, hoe ze eruit zien of van wie ze houden. Ze is juist gekoppeld aan deze aspecten van hun eigen ik.
Casus: onlangs trad ik toe tot een amateurtheatergezelschap en daar viel mij gelijk op dat ik het enige niet-blanke lid ben. Op zich niet raar, want als ik het theater bezoek dan zijn er vaak weinig niet-blanke theaterbezoekers. Maar op de eerste dag kwam iemand binnen het gezelschap op me af, glunderend, want “vind je ook niet dat dit een divers gezelschap is?” vroeg ze. “De ene hier geeft les, de ander werkt in de zorg, weer eentje in de luchtvaart en een ander op kantoor. Divers he!” “Eh ja, goed he.” Ik was een beetje van mijn à propos, want ik kon tien redenen bedenken hoe dit gezelschap met vooral een gedeelde liefde voor theater juist níet divers was, om maar eens met huidskleur te beginnen. Ik hield mijn mond en trok voor nu een belangrijke les: diversiteit wordt door iedereen anders beleefd!
Er vallen twee types diversiteit te onderscheiden. Neem collega’s A en B, beide werken in een team met iemand die anders is. Collega A beschouwt zichzelf divers: naar goed Hollands gebruik tolerant. Hij vindt wel: “hou het vooral thuis, ik hoef het niet te zien”. Collega B raakt geïntrigeerd door de verschillen met de ander en onderzoekt ze, ook bij zichzelf. Hij stelt oprecht belangstellende vragen, zoals: “hoe was het om thuis uit de kast te komen thuis? En hier op het werk?” B verdiept zich in hoe de achtergrond van de ander bijdraagt tot de verrijking van de discussie. Zou collega A die kans om van elkaars verschillen te leren überhaupt herkennen? En welk type ben jij? Misschien ben je recruiter: heb je een kandidaat aangeboden die, professioneel en toch kleurrijk, voor elk team een bevlogen creatieve aanwinst is? Misschien ben je een partner in Audit: heb je met de collega met een hoofddoek van gedachten gewisseld over Islamitische en Westerse boekhoudkundige grondslagen? Kwamen jullie zo samen tot verrassende inzichten? Misschien draag je zelf een hoofddoek: heb je met een homo collega een innovatief plan voor een klant uitgewerkt? Het anders zijn van de ander is OK. Het anders zijn is voor de variatie binnen de organisatiecultuur zelfs fantastisch! Vraag maar aan Darwin.
Voor een voorbeeld van wat iemands LGBTQ-geaardheid kan bijdragen gebruik ik even mezelf. Nadat ik lang geleden bij KPMG was aangenomen als junior adviseur vroeg ik aan de leider in mijn unit: “waarom ik?” Want ondanks mijn studie had ik ‘alleen’ twaalf jaar werkervaring opgedaan als steward. En tot aan dat moment had ik van recruiters alleen maar monotoon gehoord: geen relevante werkervaring. “Jij weet wat het is om goed voor de dag te komen en dienstverlenend te zijn” was zijn antwoord. Was dat even een onverwachte maar fijne boost! Elf jaar verder heb ik inmiddels meer over mijn professionele kwaliteiten geleerd. Onder andere dat ik in mijn creatieve denkproces onverzoenlijk streef naar elegante conceptuele of technische oplossingen, die er ook nog eens gelikt uitzien. Jawel: met flair. Ik kan niet zeggen dat deze kwaliteit een rechtstreeks gevolg is van homo zijn, wel dat het onlosmakelijk met mijn identiteit verweven is. Mijn seksuele identiteit is daar evengoed onvoorwaardelijk aan verbonden. Hoe zou ik professioneel kunnen groeien en mijn talent kunnen bieden in een loop-er-vooral-niet-mee-te-koop omgeving? Wat een collega op de werkvloer te bieden heeft is niet alleen wat hij of zij op school geleerd heeft, maar veel meer haar/zijn unieke persoonlijkheid, ervaring en achtergrond. En daar kunnen de organisatie en jij in jouw team wat aan hebben, want variatie is goed! Aan wat voor type diversiteit bouw jij op het werk dus mee?